Staatsbosbeheer pleegt vlammend onderhoud in Bargerveen
Donderdag 14 februari 2013
ZWARTEMEER/WEITEVEEN – Staatsbosbeheer heeft donderdag in het natuurgebied Bargerveen zo’n 40 hectare grond onder toezicht in brand gestoken. De geregisseerde natuurbranden zijn bedoeld om overvloedige groei van bomen en grassen tegen te gaan, zodat de heide weer een kans krijgt. Elk jaar wordt zo ongeveer 40 hectare van het hoogveenreservaat aangepakt. Dit jaar lag die grond in het Amsterdamsche Veld, nabij de Duitse grens. Vooraf werd de brandweer ingeseind om te voorkomen dat die op eventuele alarmmeldingen zou uitrukken.
– EDIT –
De brand is bedoeld om het pijpenstrootje te verdrijven en zeer oude, zwaar vergraste heide een nieuwe impuls te geven. In het Bargerveen, dat onderdeel uitmaakt van het Natuurpark Veenland, gaat 40 hectare in het Amsterdamsche veld (vlakbij de Duitse grens) in de brand. Door het branden komen mooie jonge heide, diverse kruiden en veenmossen weer terug. Hier profiteren soorten als de nachtzwaluw, de levendbarende hagedis en de roodborsttapuit van.
Meer variatie
Staatsbosbeheer beheert het 2400 hectare grote Nederlandse deel. Hier worden jaarlijks de zwaar vergraste hoogveenpercelen verbrand om vergrassing en bebossing van dit bijzondere open landschap tegen te gaan. Vooral hoogveenmossen hebben voordeel bij dit wegbranden van de bente (pijpenstrootje). Het branden van te zwaar vergraste heide- en hoogveenvegetaties is al jaren een zeer succesvolle beheersmaatregel in het Bargerveen. Door per jaar niet meer te branden dan 40 ha verdeelt over kleine stukken kan op de andere locaties van het 2400 ha grote Bargerveen de aanwezige heidestruiken oud worden. Het vroegere gebruik van de heide wordt hiermee in ere gehouden
Brandweer
De voorbereiding en de uitvoering van het branden gebeurt in nauwe samenwerking met de brandweer. Van tevoren hebben de boswachters de randen van de brandvlaktes gemaaid. Dit voorkomt dat de brand overslaat naar de omliggende heide. Het branden zelf moet vóór het vogelbroedseizoen plaatsvinden. Ook door de aanwezigheid van reptielen en amfibieën kan er alleen in de maanden december, januari en februari gebrand worden. En dan alleen wanneer de veenondergrond voldoende nat is. Dat is vaak alleen het geval als er droge vorst is. Dan is de vegetatie droog en daardoor verbranden de grassen wel maar de veenmossen niet. Doordat de ondergrond nat is, blijft de brand oppervlakkig en lopen kleine dieren en insecten die dieper in de grond overwinteren, geen gevaar.
Natuurbrand
Anders dan het gerichte branden door de beheerders van een gebied is een natuurbrand die ontstaat in het voorjaar en zomer. Bij deze branden zijn vogels, reptielen, amfibieën en insecten allemaal aanwezig in de aanwezige vegetaties en komen deze dieren dan bij dit soort branden om. Een brand in het voorjaar kan soms het totaal verdwijnen van soorten uit een gebied tot gevolg hebben.
Hoogveen
De Nederlandse hoogvenen bestaan voornamelijk uit veenmossen en voedselarme heidevegetaties. Door stikstofdepositie zijn de voedselarme hoogveenvegetaties na 1960 voedselrijker geworden. Hierdoor werd de heide minder gevarieerd. Het branden van deze vergraste en verboste heide- en veenstukken zorgt weer voor licht op de bodem waardoor veenmossen en heidesoorten kunnen kiemen en groeien. Van belang is wel dat deze beheersmaatregel altijd gebeurd in combinatie met begrazing door schapen of koeien zodat de in het voorjaar weer nieuw uitgroeiende bente wordt opgegeten door het vee en daarmee de aanwezige meststoffen via de dieren weer het gebied verlaten.